Gomwater

Oplossing van Arabische gom als bindmiddel en goudgrond. Arabische gom ‘gummi arabicum‘ was naast geklaard eiwit één van de bindmiddelen […]

Brokjes Arabische gom, opvallend zijn de verschillende tinten.


Arabische gom van donker naar licht. Hoe lichter de kleur hoe beter de kwaliteit van de gom.
Acacia senegal 

Gom is een plantaardige afscheiding die bestaat uit meervoudige suikers ook wel polysachariden genoemd.  Gommen worden gebruikt om er (water)verf mee te maken en om de viscositeit van een vloeistof te verhogen. Gommen worden nogal eens verward met harsen, maar verschillen ervan doordat zij in wateroplosbaar zijn en harsen juist niet. Gom kan er uit zien als een kleverige vloeistof die stolt in de vorm van druppels of in transparante brokken.  Gom lost volledig op in warm en koud water. Het is een belangrijk element in de schilderkunst geweest en is dat nog steeds. Bij het gebruik van waterverven is de dosis verschillend en afhankelijk van de kleur.  Zo heeft de ene kleur weinig- en de andere kleur juist veel Arabische gom nodig. Arabische gom is een sterker en krachtiger bindmiddel dan het geklaarde eiwit. Het geeft de kleuren ook meer diepte en kracht. Er werd dan ook wel een mengsel gemaakt van Arabische gom en geklaard eiwit als bindmiddel.

Arabische gom is afkomstig van verschillende soorten acacia’s die groeien in Afrika, Australië en Azië. Het droogt transparant op als vernis en is na droging weer in wateroplosbaar. Na verloop van jaren kan het gaan scheuren. In de Middeleeuwen werd hierom wel honing of suiker aan de Arabische gom toegevoegd om dit euvel te voorkomen.

Voor het binden goudpoeder tot schildergoud is het beter om vislijm of lijm gemaakt van gelatine te gebruiken, Arabische gom maakt het goudpoeder dof.

Schelpen goud gemaakt van goudpoeder. (“Mosselgoud“)

Proefstrook van Ultramarijn blauw aangemaakt met Arabische gom.

De herkomst van Arabische gom in de Middeleeuwen was niet altijd even helder. Veel van wat onder de naam Arabische gom doorging,  was afkomstig van abrikozen – kersen – of pruimenbomen en was zeker niet afkomstig uit ‘Arabië’. Begrijpelijk is wel dat men ook de mindere kwaliteit kersengom gebruikte want die was tenslotte dichtbij beschikbaar. Abrikozen-, pruimen- en kersenbomen groeiden op vele plaatsen .

De oplossingen van deze plaatselijk verkrijgbare gommen (van de prunusachtigen) zijn echter verschillend met die van Arabische gom. Kersengom zwelt op in water en vormt een soort gelei en wordt nooit zo vloeibaar als opgeloste Arabische gom.

Kersengom, lost minder goed op en is ook niet transparant.

De grote voordelen van Arabische gom zijn:

(1) Het is gemakkelijk oplosbaar in water.

(2) Heeft een goede kleefkracht.

(3) Maakt de kleuren intenser.

Nadeel is dat het wat broos kan worden en kan gaan schilferen. Daarom werd er vaak honing aan toegevoegd als weekmaker en er voor zorgde dat de verflaag niet afbladderde.

Gomoplossing: Recept voor het opleggen van goud:

Neem witte schone Arabische gom en breek die in kleine stukjes of maal het en leg het in een geglazuurde schaal. En giet er genoeg gewoon water over zo dat het twee vingers diep komt en laat het een dag en een nacht staan en zet het dan een poosje in de hete as om op te lossen en test het net zoals je het planeerwater (2*) testte. En als het goed getemperd is, zo dat het niet te sterk of te slap is is, zeef het dan door een doek en bewaar het in een fles en gebruik het “.

Gomoplossing voor het bereiden van verf:

Maak bij het mengen van kleuren voor het schilderen in boeken, een bindmiddel van de helderste Arabische gom en water, zoals eerder, en meng het met alle kleuren behalve groen en ceruse (loodwit), minium (rood lood), en karmijn. Zout groen is onbruikbaar in een boek. Spaans groen dient u aan te maken met wijn, en als u het donkerder wilt maken, voeg dan een beetje van het sap van zwaard gras, of kool, of prei toe. U dient minium en ceruse, en carmijn, met eiwit te mengen”.

  1. Zoek een aantal brokjes uit die een beetje wat de maat betreft maat bij elkaar passen.

2.

We wegen nu de Arabische gom, voor deze sessie nam ik 30 gram. Doe ze in de vijzel en maak ze met de stamper fijn.

3.

Doe de fijn(er)gestampte gom in een schaaltje of potje en voeg er twee delen gedemineraliseerd water aan toe. (In dit geval 60 à 75 ml. gedemineraliseerd water).

4.

Laat het 24 uur weken en als je minder geduld hebt kun je de oplossing au bain-marie opwarmen.

5.

En als het goed getemperd is, zo dat het niet te sterk of te slap is , zeef het dan door een doek en bewaar het in een fles en gebruik het “. (Uit: De Arte Illuminandi).

Filter de opgeloste massa door een zeef of nylonkous. Zelf gebruik ik er een linnen doek voor. Dat gaat wel iets moeilijker als de oplossing erg dik is vandaar dat ik de oplossing iets dunner maak. Het goed filteren is heel belangrijk zeker als je de oplossing gaat gebruiken voor het opleggen van bladgoud. Elke oneffenheid zie je dan door de goudlaag heen.

Dat het filteren belangrijk is kunnen we goed te zien op de foto. Dertig gram gom bevat behoorlijk wat ongerechtigheden. Heb de oplossing (iets wateriger gemaakt) en twee keer gefilterd met een schone linnen doek.

6.

Doe de oplossing in een potje en gebruik de oplossing voor de verf. Bij het gebruik voor verf op waterbasis is het belangrijk om wat honing aan de gemaakte oplossing toe te voegen.

(5 gram oplossing staat op 1 gram honingwater). Verder voeg ik er een droppel lichte kruidnagelolie ter conservering aan toe.

Maak altijd proefjes van de gemaakte verf dat voorkomt teleurstellingen.

Het anonieme Liber diversarum arcium (‘boek van diverse kunsten’) is een middeleeuws handboek voor de schilderkunst. Het bevat meer dan 500 kunst technologische instructies of recepten in het Latijn. Samen vormen die een complete schildercursus. Het is waarschijnlijk het meest uitgebreide middeleeuwse technische receptenboek voor schilders dat bewaard is gebleven en het geeft een samenvatting van de stand van de techniek in de Europese werkplaatsen van de veertiende eeuw.

Het wordt bewaard in de Bibliothèque interuniversitaire, section médecine, Montpellier, Frankrijk. Het werk bevindt zich in een ander manuscript dat dateert uit 1430 en is ergens ontstaan in of in de buurt van Venetië. De inhoud weerspiegelt voornamelijk Noord-Europese schilderpraktijken, en dateert waarschijnlijk uit de periode rond 1300. Zij bestaat deels uit compilaties van eerdere technische recepten (maar bewerkt om ze bruikbaarder te maken), en deels uit nieuw samengesteld materiaal. Gedurende de veertiende eeuw werd er divers materiaal (veel Italiaans) toegevoegd.

Lijmwater.

Dit recept is afkomstig uit de vertaling van: Mrs. Mary P. Merrifield, Medieval and Renaissance Treatises on the Arts of Painting. Pag. 156 / 79.

Het werk zelf is digitaal te zien:

https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/btv1b10525796f/f1.item

Verder maak ik bij de recepten gebruik van het uiterste handige boekje van:

Marc Niederhauser: “Alchemie de l’enluminure” 80 recettes éprouvées”.

Het boekje is helaas al lang uitverkocht maar is nog wel als eBook verkrijgbaar.